Sorry tom, maar: kroeldier (het) troeteldier kroelen (onoverg.; kroelde, h. gekroeld) dicht tegen elkaar liggen of zitten, lekker warm ineengedoken (bij elkaar) in bed liggen: dat kinderachtig en onzindelijk kroelen/waar Jan en alleman zich in vergat J. Greshoff; - (vand.) vrijen: daar lagen ze weer te kroelen En omdat dit uit de grote vandale komt, de etymologie: (1896) heeft waarschijnlijk als grondbetekenis ‘krommen, zich buigen’, vgl. Mnl. crullen, crollen (krullen)
Sorry tom, maar:
BeantwoordenVerwijderenkroeldier (het) troeteldier
kroelen (onoverg.; kroelde, h. gekroeld) dicht tegen elkaar liggen of zitten, lekker warm ineengedoken (bij elkaar) in bed liggen: dat kinderachtig en onzindelijk kroelen/waar Jan en alleman zich in vergat J. Greshoff; - (vand.) vrijen: daar lagen ze weer te kroelen
En omdat dit uit de grote vandale komt, de etymologie: (1896) heeft waarschijnlijk als grondbetekenis ‘krommen, zich buigen’, vgl. Mnl. crullen, crollen (krullen)
jammeeerrrr
BeantwoordenVerwijderen